Veelgestelde Vragen

  1. Wat is podologie?
  2. Is podologie een erkend beroep en welke zijn de beroepsverenigingen waartoe podologen behoren?
  3. Wat is een bachelor in de podologie en hoe onderscheid ik hem of haar van anderen?
  4. Wat is het verschil tussen een voetbehandeling van een pedicuur en die van een podoloog?
  5. Wat houdt een voetverzorging bij een podoloog precies in?
  6. Wat is een biomechanisch onderzoek en waaruit bestaat het?
  7. Wat is het verschil tussen de podologische zolen en andere soorten zolen?
  8. Wanneer kom ik in aanmerking voor een biomechanisch onderzoek?
  9. Vanaf wanneer komen kinderen in aanmerking voor een biomechanisch onderzoek?
  10. Zijn er ook mensen die niet in aanmerking komen voor een biomechanisch onderzoek?
  11. Wordt de verzorging, het onderzoek of de zolen terugbetaald door de mutualiteit?
  12. Waarom is een jaarlijkse controle van de zolen zo belangrijk?
  13. Hoe lang kan men podologische zolen dragen?
  14. Heb ik niet meerdere paren zolen nodig voor al men verschillende schoenen?
  15. Waarom zijn goede schoenen zo belangrijk?
  16. Waarom geven jullie geen merken van goede schoenen op?
  17. Waarom geven jullie geen apart schoenadvies voor sporters?
  18. Waarom is het belangrijk dat mensen met diabetes elke dag hun voeten en schoenen nakijken?
  19. Waarom heb ik, bij het dragen van mijn functionele zolen, het gevoel dat ik bijna uit mijn schoen glip?
  20. Waarom heb ik het gevoel dat de zolen niet (meer) werken?
  21. Wenst U nog extra informatie?


1. Wat is podologie?

De term ‘podologie’ werd in zijn moderne vorm voor het eerst gebruikt in de Verenigde Staten van Amerika in het begin van de 20ste eeuw en bestaat uit het oud Griekse: podo = voet en logos = leerstelling of wetenschap. 

Podologie is in het algemeen een (para)medisch beroep dat zich verdiept in de studie, diagnosestelling en behandeling van problemen ter hoogte van de voet, de enkel, en in sommige gevallen zelfs de onderste extremiteiten. Dit is afhankelijk van het werelddeel waarin je jezelf bevindt: zo zijn podologen in Noord-Amerika medisch opgeleide voetspecialisten die in sommige staten van de VS zelfs chirurgie tot en met de onderste extremiteiten kunnen uitvoeren, terwijl in Europa enkel in het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Italië chirurgie aan de (voor)voet is toegestaan.

Hier in België is het beroepsvlak beperkt tot assistentie in de chirurgie en wordt de nadruk eerder gelegd op een medisch gefundeerde behandeling van de voet en/of het onderzoeken van de biomechanische voetfunctie. Een erkend, bachelor in de podologie kun je jezelf dan ook maar eerst noemen na het volgen van een 3-jarige opleiding in één van de 4 (1 Nederlandstalige en 3 Franstalige) gespecialiseerde hogescholen in België. (zie ook volgende 2 antwoorden) 

Met een medisch gefundeerde podologische voetverzorging wordt bedoeld, dat de nadruk wordt gelegd op het opsporen van de oorzaak en het daarbij toepassen van de juiste techniek voor het verhelpen en/of voorkomen van een welbepaald voetprobleem. Daarbovenop is een gegradueerd podoloog ook nog bevoegd om wondzorg en correctieve behandelingen van nagel(s) en tenen uit te voeren en toe te passen. Daarbij wordt in het bijzonder aandacht besteed aan patiënten met specifieke aandoeningen: zoals bij diabetes, reuma, etc… .

Het onderzoeken van de voetfunctie via een biomechanisch onderzoek vormt niet alleen de basis van de podologie als studievorm, maar omvat meteen ook de essentie van het preventieve karakter van het beroep. Enkel na dit uitgebreid onderdeel, bestaande uit een goede anamnese, specifieke metingen en een ganganalyse, kan men overgaan tot het toepassen van een goede podologische zolenbehandeling, die gebaseerd is op de individuele metingen en resultaten van de onderzochte patiënt. Deze podologische zolen kunnen dan op maat worden vervaardigd voor de behandeling van welbepaalde problemen en ter bestrijding van eventuele secundaire klachten.

Het is eerder wel zeer uitzonderlijk dat de erkenning en behandeling van een voetprobleem enkel gedaan wordt door een podoloog. Wij werken dan ook in nauw contact samen met artsen (zoals huisartsen, orthopedisten, voetchirurgen, sportartsen, etc…), andere paramedici (zoals fysiotherapeuten, osteopaten, etc…), en zelfs beroepsmensen (uit de sport, schoenwinkels, etc…), wat steeds weer essentieel blijkt voor het bekomen van een optimaal resultaat, in het voordeel van de patiënt. 


2. Is podologie een erkend beroep en welke zijn de beroepsverenigingen waartoe podologen behoren?

In België is podologie een erkend (paramedisch) beroep, alsook in de meeste westerse landen.

Voor eventuele verdere informatie over het beroep en de studies in België en het buitenland kunt U zich wenden tot de websites van de verscheidene beroepsverenigingen:


3. Wat is een bachelor in de podologie en hoe onderscheid ik hem of haar van anderen?

Door zijn officieel erkend diploma mag de practicant zich uiteindelijk ook een bachelor in de podologie noemen en dit enkel na een voltijdse studie van 3 jaar. Hij of zij moet deze dus ook aan U kunnen voorleggen, komende van één van de slechts vier officieel erkende scholen (1 Nederlandstalige en 3 Franstalige) in België, zijnde:


4. Wat is het verschil tussen een voetbehandeling van een pedicuur en die van een podoloog?

De podoloog houdt zich bezig met de medisch gefundeerde verzorging van de voet, terwijl een pedicuur zich meer toelegt op het hygiënische aspect. Beide beroepen kunnen elkaar wel zeer goed aanvullen.

Er worden geen podologische voetbehandelingen meer gedaan in onze praktijk.


5. Wat houdt een voetbehandeling bij een podoloog precies in?

 Hierbij komen vooral de behandelingen van problemen met nagel(s) en/of huid (zoals ingegroeide nagels, likdoorns, eksterogen, eelt, enz...), alsook wondverzorging (bij diabetes patiënten, enz…) aan bod.

Er worden geen podologische voetbehandelingen meer gedaan in onze praktijk.


6. Wat is een biomechanisch onderzoek en waaruit bestaat het?

Een biomechanisch onderzoek duurt ongeveer 60 minuten en gedurende dit onderzoek gaan we de eventuele oorsprong proberen te achterhalen van problemen die veroorzaakt worden door een foutieve gang (zoals pijn in de voeten, knieën, benen, heupen, rug, enz…). Tijdens dit onderzoek wordt er een blootvoetse ganganalyse gedaan, waarna we ook nog de bewegingsmogelijkheden van de verschillende gewrichten in de heupen en voeten gaan nameten. Op basis van al deze gegevens en de mogelijkheden van de patiënt, wordt dan een rapport opgemaakt en een advies gegeven over een mogelijke behandeling. Deze behandelingen kunnen bestaan uit een eventuele zolentherapie, meestal in samenwerking met de reeds bestaande of de voorgestelde behandelingen van de verwijzende arts (zoals Uw huisarts, orthopedist, voetchirurg, sportarts, …) en/of paramedicus (zoals Uw fysiotherapeut, osteopaat, …).  

(zie ook de rubriek “Biomechanisch Onderzoekop deze website)


7. Wat is het verschil tussen de podologische zolen en andere soorten zolen?

Het allereerste opmerkelijke verschil is dat men deze zolen enkel kan vervaardigen na het uitvoeren van, en ze moeten aldus ook gebaseerd zijn op, een grondig biomechanisch onderzoek (dat ongeveer 1 uur in beslag neemt). De zolen worden dan ook op maat van elke individuele voet en op basis van deze metingen vervaardigd.

Een podoloog heeft, uitgaande van wat het resultaat van het onderzoek opleverde en wat de mogelijkheden van de patiënt op dat moment zijn, 2 verschillende methoden van podologische zolentherapie ter beschikking:

  • De functionele zool werkt vanuit het standpunt van een intrinsieke therapie (binnenin de voet) en wordt van een harder materiaal vervaardigd. Deze functionele zolen begeleiden Uw bewegingen op een natuurlijke, maar meer gecontroleerde (stabiele) manier en zou U bijna kunnen vergelijken met een (constante) fysiotherapeutische behandeling tijdens het stappen. Het gaat hier dan ook om bepaalde hypermobiele bewegingen (die te veel zijn) af te remmen en andere bewegingen, die te weinig of niet aanwezig zijn, terug te stimuleren en te activeren.
  • De compensatie zool werkt vanuit het standpunt van een extrinsieke manier van corrigeren (buiten uit de voet) en wordt van een zachter materiaal vervaardigd. De correctie is veel minder belastend en wordt meestal gegeven, wanneer een functionele podologishe zool nog niet of niet meer optimaal kan helpen.

Daarnaast heeft de podoloog ook nog de mogelijkheid om een orthoplastie te maken. Dit is een op maat gemaakt zacht ‘apparaatje’ dat vervaardigd wordt uit siliconen en meestal ter ontlasting van de voorvoet wordt aangeraden. Dit kan dan als alleenstaande therapie of ter versterking van de zolentherapie dienen.

(zie ook de rubriek “Podologische Zolen” op deze website)


8. Wanneer kom ik in aanmerking voor een biomechanisch onderzoek?

Ook al kunt U zich preventief laten onderzoeken, raden wij bij volwassenen aan zich enkel aan te bieden na klachten (kan ook eventueel van de rug, heupen, knieën of voeten zijn), en/of na verwijzing van een arts, fysiotherapeut, osteopaat of ander professioneel persoon.


9. Vanaf wanneer komen kinderen in aanmerking voor een biomechanisch onderzoek?

Bij kinderen ligt dit enigszins anders, omdat bij hen de klachten soms minder duidelijk zijn en in vele gevallen een preventief onderzoek uitsluitsel kan geven. Kinderen kunnen zich het best aanbieden vanaf de leeftijd van 7 jaar oud, waarbij gezegd kan worden dat men daarvoor, tijdens de groei, dikwijls dingen ziet die op het eerste zicht abnormaal lijken (zoals X- of O-beentjes), maar waar ze uiteindelijk weer uitgroeien. Enigszins toch vroeger op onderzoek komen is eerder van toepassing na de verwijzing van een arts.

(zie ook de rubriek “Kinderen” op deze website)


10. Zijn er ook mensen die niet in aanmerking komen voor een biomechanisch onderzoek?

Zwangere vrouwen kunnen het best wachten tot 1 jaar na de bevalling, omdat de gewrichten tot die tijd nog ‘abnormaal’ soepel zijn en het collageen zich nog niet volledig heeft kunnen herstellen. De resultaten van het onderzoek zouden dan binnen een korte periode volledig moeten herbekeken worden en in die zin zijn ze dus eigenlijk niet erg relevant op langere termijn.

Mensen die onlangs een operatie hebben ondergaan, moeten wachten tot de revalidatie volledig beëindigd is, vooraleer er aan een onderzoek kan worden gedacht.

Patiënten waarbij de voet niet meer kan afrollen, door een bepaalde aandoening of omdat bepaalde gewrichten in de voet door een ongeval of een operatie volledig (vast) gefixeerd zijn, kunnen hoogstwaarschijnlijk niet meer in aanmerking komen voor een biomechanisch onderzoek. Gelieve enkel na de verwijzing van Uw arts met ons contact op te nemen via e-mail alvorens een afspraak te maken, om te bekijken of het onderzoek toch nog nuttig zou kunnen blijken in Uw bepaald geval.


11. Wordt het onderzoek of de zolen terugbetaald door de mutualiteit?

Het korte antwoord is: weinig en in vele gevallen zelfs nog niet. Dit omdat de prestaties niet zijn opgenomen door de ziekteverzekering (RIZIV), behalve voor de diabetische patiënt, waarvoor 2 screenings per jaar zijn voorzien en ook een paar ziekteverzekeringen betalen een klein gedeelte van een zolentherapie terug.

(Voor eventuele recente informatie kunt U ten rade gaan op de website www.podologie.be of vraagt U het best een keer na bij Uw ziekteverzekering)


12. Waarom is een jaarlijkse controle van de zolen zo belangrijk?

De zolen tonen dikwijls bepaalde vormen van slijtage na een lange tijd of zeer actief te dragen. De krachten die zich op deze materialen zetten zijn enorm en dan gebeurt het wel eens dat Uw correctie niet optimaal meer gebeurt. Het is absoluut ook noodzakelijk dit (eventueel sneller) te doen, wanneer U terug klachten ondervindt. Soms maakt een snelle en simpele aanpassing van de zolen een enorm verschil voor het goede verloop van Uw therapie. Voor kinderen is het zeker belangrijk om regelmatig terug op controle te komen, mits ze soms enorm groeien en zich snel aanpassen aan veranderingen. Vraag ons daarom wanneer ze best terug op controle kunnen komen.

(zie ook de rubriek “Podologische Zolen” op deze website)


13. Hoe lang kan men de biomechanische zolen dragen?

Dit hangt erg af van de intensiteit van het gebruik, maar ook van de graad van de problematiek en de eventuele verbeteringen die zich voordoen tijdens het dragen. Dit laatste is vooral van toepassing bij kinderen, omdat bij hen de meeste verandering en verbetering mogelijk is. Ook groeien kinderen soms erg snel en zo ook hun schoenmaat, maar wij anticiperen deze tendens door de zolen erop te voorzien. 


14. Heb ik niet meerdere paren zolen nodig voor al mijn verschillende schoenen?

In wezen niet, want Uw zolen worden aangepast om ze in verschillende schoenen te kunnen dragen. U legt ze gewoon van de ene in de andere schoen. Het kan wel zijn dat, vooral bij dames, de verschillende breedtes van de schoenen dit wat moeilijker maakt. Maar ook dit kunnen we verhelpen, door de zolen aan te passen aan Uw schoenen. Wenst U echter meerdere paren te bestellen, dan is ook dit geen probleem en snel gedaan.


15. Waarom zijn goede schoenen zo belangrijk?

Het dragen van een goede schoen vormt de eerste vereiste voor een gezonde biomechanische gang. Schoenen fungeren als bescherming en buffer tussen de voet en de ondergrond. Vooral bij harde bodems zijn goede schoenen strikt noodzakelijk om de verhoogde weerstandskrachten te kunnen neutraliseren en onze voet op een normale manier te doen afrollen. Het belangrijkste aan een schoen is, dat hij zo veel mogelijk de normale functie van een voet kan overnemen. Dit wil zeggen, dat de schoen enkel mag opgemaakt zijn in overeenkomst met de anatomische opbouw en de normale functie van een voet en dat hij zich volledig rondom de voet moet kunnen sluiten, alsof hij er deel van uitmaakt. Een goede schoen en het goed sluiten van de schoenen zijn de eerste vereisten bij het verkrijgen van podologische zolen! Anders kunt U er evengoed geen dragen en weigeren wij ze ook voor U te maken.

(zie ook de rubriek “Schoenadvies” op deze website)


16. Waarom geven jullie geen merken van goede schoenen op?

Omdat merken steeds wisselen van modellen en bijna allen steeds meer ‘gadgets’ toevoegen ten voordele van de marketing, waardoor het erg moeilijk wordt, om lijsten van goede merken samen te stellen. Zo kan een bepaald merk een zeer degelijke lijn hebben het ene jaar en het andere dan weer schoenen produceren die niet meer aan de verschillende criteria van een goede schoen voldoen. Daarom geven wij de voorkeur om U tips te geven van wat een goede schoen precies nodig heeft. Zo kunt U zelf elke schoen testen die U dan esthetisch aantrekkelijk vindt en kunt U nagaan of hij voor U geschikt zou zijn. 

(zie ook de rubriek “Schoenadvies” op deze website)


17. Waarom geven jullie geen apart schoenadvies voor sporters?

De criteria voor een goede schoen blijven hetzelfde, of je er nu mee loopt of mee stapt. Het is echter wel zo dat bij het kiezen van een sportschoen extra aandacht moet gaan naar het feit dat hij aan al deze criteria voldoet, omdat de krachten die op de voet inwerken dan nog eens extra gaan vergroten en net een goede stabiliteit en het correct afrollen van voet en schoen samen voor een veel betere prestatie kunnen zorgen en dus zeker niet de (of het aantal) ‘gadget(s)’ die een schoen heeft.

(zie ook de rubriek “Schoenadvies” op deze website)


18. Waarom is het belangrijk dat mensen met diabetes elke dag hun voeten en schoenen nakijken?

 Diabetes patiënten zijn enorm vatbaar zijn voor het onbewust verwonden van de voet(en), zonder er iets van te voelen of erg in te hebben, door de polyneuropathie die eigen is aan hun ziekte. Daarom is het van vitaal belang om dagelijks grondig na te kijken of zowel de voeten geen (kleine) verwondingen vertonen, alsook binnenin de schoenen geen vervormingen (vooral puntjes) en/of steentjes of andere scherpe dingen zitten.

(surf ook eens naar de site van de Vlaamse Diabetes Vereniging op www.diabetes.be voor extra informatie)


19. Waarom heb ik, bij het dragen van mijn functionele zolen, het gevoel dat ik bijna uit mijn schoen glip?

In het begin kan het zijn dat U dit gevoel hebt, maar na een tijdje dragen gaan de zolen zich een beetje in de schoen drukken en gaat dit gevoel vanzelf weer weg. Ook moet U tijdens het dragen van de zolen steeds uw schoenen goed sluiten, want anders gaat dit sowieso tot instabiliteit leiden en kunt u evengoed geen zolen dragen.

(zie ook de rubrieken “Schoenadvies” en “Podologische Zolen” op deze website)


20. Waarom heb ik het gevoel dat de zolen niet (meer) werken?

Als dit zo is, moet U ons contacteren, zodat we kunnen proberen te achterhalen wat precies het probleem is. Het zijn dan soms ook simpele dingen (zoals een kleine aanpassing aan de zolen), die een wereld van verschil kunnen maken en die U pas kunt ontdekken na het dragen van de zolen. Daarom dringen we telkens weer aan, om regelmatig op controle te komen (zeker de eerste controle, na zes weken, is belangrijk!). Het kan natuurlijk ook voorkomen na langdurig dragen, maar soms is het ook door verkeerd dragen, dat de zolen niet goed functioneren. Kijk daarom steeds of U de zolen aan de juiste zijde draagt. Ook het steeds goed sluiten van schoenen (vooral bij kinderen) en het dragen van goede schoenen (zonder bijkomende correcties) zijn van uitermate belang voor een goed resultaat (zie ook de rubriek “Schoenadvies” op deze website). Verder moet U zich ook realiseren, dat de zolen pas effect gaan hebben, wanneer U er regelmatig mee beweegt. Ga dus elke dag geregeld eens een wandeling maken als ontspanning of tijdens (de pauzes op) het werk. In sommige gevallen merken we zelfs dat de patiënt na enige tijd soms de initiële reden van de vraag naar onderzoek en therapie is vergeten en dat de klachten reeds verdwenen zijn, waarna het nut van het dragen van de zolen in vraag wordt gesteld. In deze gevallen kan dan eventueel worden aangeraden om de zolentherapie stop te zetten, om te zien of de klachten dan ook effectief wegblijven.


21. Wenst U nog extra informatie?

Hebt U nog bijkomende vragen, dan kunt U die ons steeds stellen via e-mail (zie de rubriek “Contact” op deze website) of neem een kijkje op de websites van de verscheidene beroepsverenigingen: